Pijcke begeleidt, adviseert en voert projecten uit rond soortenbescherming en agrarisch natuurbeheer. ,,Een keverbank is voor boerennatuur een vrij simpele maatregel waar weinig beheer voor nodig is”, vertelt Pijcke. De keverbank (met een gemiddelde hoogte van 75 centimeter) ligt hoger en dus droger, bovendien warmt hij sneller op. ,,Dat voorziet insecten zoals loopkevers van een prima leefgebied. Een belangrijk voordeel voor de landbouwer is dat deze natuurlijke plaagbestrijders op deze manier direct aanwezig zijn in de akker, zodra de gewassen gaan groeien. Daarmee zijn er minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. Daarnaast biedt een meerjarige keverbank patrijzen en andere akkervogels voedsel én een veilige broedplek in het akkerland. Een plek die niet met machines wordt bewerkt en jaarrond dekking biedt.”
Arnold Mannaert boert in de Hoogland Polder bij Ossenisse volledig biologisch. ,,Een jaar of zeven geleden ben ik met natuurbeheer begonnen. Ik heb 500 meter aan keverbanken liggen. In veel verschillende hoogtes zodat we het verschil in vogels en planten bij diverse hoogtes kunnen monitoren. Ik heb een strook van tweehonderd meter die 25 centimeter hoog is, vijfenzeventig meter met een hoogte van 50 centimeter, vijftig meter met 75 centimeter hoogte en honderdvijfenzeventig meter van wel een meter hoogte. Nu is het verschil tussen 75 en 50 centimeter niet altijd goed waarneembaar, omdat grond automatisch inklinkt. Soms moet je weer ophogen. In een tijd dat boeren alleen maar groter werden, ben ik de hoogte ingegaan.”
Mannaert ziet resultaat. ,,We hebben patrijzen, zeker. En er vertoeven bij mij op de keverbank naast de insecten ook veldleeuweriken en graspiepers. Alleen een klucht patrijzen heb ik nog niet gezien. We tellen ze door ze te lokken met geluid. Op die lokgroep reageren patrijzen vrij agressief. Wanneer je dat geluid te lang laat horen, moet je oppassen dat de vogels je niet aanvallen.” Het Intereg-project PARTRIDGE is vernoemd naar de patrijs. Het is gebaseerd op jarenlang onderzoek en ervaring uit het Verenigd Koninkrijk. In 2017 werden vanuit dit project de eerste keverbanken aangelegd in Zeeland en Brabant. Dit concept wordt op steeds meer plaatsen in Nederland overgenomen.
Niet te sturen
Willem Smallegange uit Burghsluis boert ook volledig biologisch. ,,Ik heb driehonderd meter aan keverbanken. Van circa 50 centimeter hoog. Daarop zitten veldleeuweriken, patrijzen en fazanten. Maar met de wind hier aan de Oolesweg, dichtbij de Plompetoren, waaien ook konijnen en hazen aan. Zelfs reeën vertoeven er. Ik laat alles groeien. Koolvormige grassen en dood spul vormen een soort isolatiepakket dat voor de insecten en vogels warm en droog is. Ik experimenteer ook met rozenstruiken ernaast. Mijn land zit aardig vol. Je mag ook weer niet enkel natuur houden, anders ben je geen agrarische boer meer. Toch moet ik zeggen dat de natuur zich niet laat sturen. Kalenderbeheer, met verplichte datums wanneer gewassen eruit moeten, werkt niet. Je bent ook zeer weersafhankelijk.”
Onaantrekkelijk leefgebied
,,Boeren moet de keverbanken adopteren”, vindt Mannaert. ,,De beheersvergoeding ligt rond de 3500 euro per hectare. Ik krijg met mijn keverbanken en de groene braak die op mijn perceel ernaast liggen iets meer dan duizend euro. Ik denk niet dat andere ondernemers daar van staan te springen.” SLZ vindt de keverbanken nodig. De aantallen akker- en weidevogels in Zeeland dalen in overwintering en broeddichtheid. Te wijten aan een onaantrekkelijk leefgebied. Te weinig beschutting, niet voldoende (drink)water, te weinig broedplaatsen of te weinig voedsel.
bron: PZC 13 okt 2023
