Ransuilen verblijfplaatsen gezocht

Heb je een ransuil op je erf, meld het dan! Er is een nieuwe Ransuil werkgroep opgericht op de Bevelanden. Ze vragen om waarnemingen van ransuilen door te geven via ransuil-bevelanden@outlook.com. Ransuilen hebben broed- en roestplaatsen op erven (in groepjes dichte bomen, zoals hoge coniferen, naaldbomen, boom met veel klimop). Ze vallen niet op en er is daarom weinig bekend van deze soort in Zeeland.

De Ransuil is een middelgrote slanke uil met opvallende oorpluimen. Ze zijn 35-37 cm groot en hebben een spanwijdte van 84-95 cm. Het verenkleed is aan de bovenkant geelbruin met donkere, op boomschors lijkende tekening, aan de onderkant licht roestgeel met opvallende, donkere lengtestrepen en fijne, donkere banden. Tijdens het broedseizoen, in de maanden maart en april, vinden baltsvluchten plaats in hun nieuw territorium. De vleugels worden tijdens deze vlucht onder hun lichaam tegen elkaar geslagen zodat een klepperend geluid ontstaat.

ransuil