Door: Sandra Dobbelaar, SLZ

Fruitteelt bestaat al bijzonder lang. Tot eind negentiende eeuw ging het daarbij altijd om kleinschalige activiteiten. Veel mensen hadden op verschillende plaatsen een beperkt aantal fruitbomen, bijvoorbeeld in kloostertuinen of boerenboomgaarden op erven. Het fruit was bestemd voor eigen consumptie en voor de handel. In de boomgaarden voor eigen gebruik was het aanbod gevarieerd: gemengde aanplant van appels, peren, kersen en pruimen. Voor de handel was er vraag naar grotere partijen van een bepaalde soort. Daar stonden vaak meerdere bomen van een zelfde ras. We kennen nog een paar (restanten) van grote boomgaarden met fruit dat bestemd was voor de markt.

Invloed op het landschap

Later ontstond ook de laagstam fruitteelt waarbij het om vele hectares ging. Het landschap kreeg hierdoor een ander karakter. Bijna een kwart van de Nederlandse fruitteelt vindt op Zeeuwse bodem plaats (bijna 5000 ha aan boom-, bessen- en wijngaarden). In Zeeland gaat het daarbij maar om enkele procenten van de totale landbouwgrond. Maar omdat de fruitteelt zich vooral in enkele deelgebieden concentreert, is de invloed op het landschap in die gebieden toch groot.

Boerenboomgaarden

Naast de laagstam fruitteelt is de oude vorm, vooral de boerenboomgaard, altijd blijven bestaan. Voor 1900 had vrijwel elke boerderij zijn boomgaard. Exacte getallen zijn niet bekend, maar het ging ongetwijfeld om duizenden boomgaardjes. Daarna is het aantal boerderijen en het aantal boerenboomgaarden sterk afgenomen. De laatste 30 jaar worden echter weer veel boomgaardjes bij erven aangeplant, dankzij de toegenomen interesse. SLZ schat in dat het nu zeker gaat om ruim 1.500 boomgaardjes, 26.000 bomen op ongeveer 255 hectare grond.

Op naam brengen

Juist in die oude boerenboomgaardjes staan nog rassen die we niet veel meer tegenkomen. Vaak weten we de naam er niet eens meer van. Als vrijwilligers hebben Walter Berentsen, Eddie Dobbelaar en Jan Traas zich fanatiek gestort op oude fruitrassen in Zeeland. Samen met kenner Jacobus Bosschaert, hebben ze al heel wat oude hoogstamrassen op naam weten te brengen. Zo komen we te weten welke rassen er werden aangeplant in onze provincie. Zeeland is een eilandenrijk en dat zie je terug in de verspreiding van oude fruitrassen. Sommige rassen vind je alleen in een bepaalde streek in Zeeland, andere zijn algemeen.

Korfje

Verschillende keren trekt de groep fruitrassenvrijwilligers er op uit. Omdat we over oude kersenrassen nauwelijks iets weten, draait het deze keer om typisch Zeeuwse kersen. Tijdens de bloei van de kersen hebben ze hun eerste rondje al gedaan. Nu zijn de vruchten rijp en gaan opnieuw een aantal boomgaarden langs. Een zelfgemaakt korfje wordt van een tak gehaald om de vruchten die er onder zitten te oogsten. “Als we dit niet doen, is de kans groot dat alles wordt opgegeten door de vogels. Dan komen we nooit te weten om wat voor rassen het gaat”, vertelt Eddie. De kersen gaan in een doosje en Walter schrijft de gegevens van de locatie op het etiket. Er staan bakjes kersen in allerlei kleuren en vormen van verschillende bomen. Ze zien er mooi, maar vooral heerlijk uit. Overal in Zeeland zijn korfjes in hoogstamkersen gehangen. Het is nu tijd om ze te plukken. Onder het gaas hangen prachtige geelrode kersen. Jan bestudeert de vruchten en vraagt de anderen of ze het er mee eens zijn dat het de Witte vleeskers is. Walter snijdt een kers in tweeën. Er wordt geproefd en de pit wordt bekeken: Lekker friszoet van smaak, geen twijfel mogelijk! “Als we dit een aantal jaren zo doen”, zegt Jan, “dan krijgen we een redelijk beeld van wat er is aan oude hoogstam kersenrassen in Zeeland”.

Kaaskers

De meeste rassen herkennen de vrijwilligers ondertussen wel, maar af en toe zit er een bijzondere tussen. Die wordt dan voorgelegd aan een expert. Als blijkt dat een ras nu zeldzaam is in Zeeland, maar vroeger vaker voorkwam, plant Landschapsbeheer het opnieuw aan. Vaak zijn de gevonden rassen nog wel in de handel verkrijgbaar, maar soms ook niet. Dan wordt enthout verzameld, dat wordt opgekweekt tot nieuwe hoogstambomen. Volgens Eddie had zowat elke Zeeuwse boerenboomgaard vroeger wel een paar kersenbomen van een oud ras als de Brugse kortsteel of Kaaskers en die traditie wil SLZ graag volgen! Zo houden we gezonde, vitale rassen en mooie landschapselementen.

Dit artikel is afkomstig uit ons kwartaalblad (Nr. 2 Zomer 2020).