Wilde bijen houden van warmte

Bijen zoeken een warme, zon beschenen plek om daar hun nest te bouwen. Wat kun je bieden aan wilde bijen en zelf creëren:?

Bloemrijk gebied met wilde planten, bomen en struiken, voor:

  • Voedsel:  Stuifmeel (eiwit voor larven)
  • Nectar:  (energie, in mindere mate voor larven)

Nestelplekken:

  • In dood hout
  • In een bijenhotel
  • In de bodem (nestheuvel of steilwandje)
  • In planten

 Leefgebied:

  • Structuurrijk landschap
  • Warmte
  • Windluwte

Nestlocaties

Het grootste deel van de Nederlandse en Zeeuwse bijen nestelt in de grond. Het creëren van nestgelegenheid of het beschermen van al bestaande nestlocaties is van belang om populaties van bijen te behouden/bevorderen. Lees verder voor tips over aanleg en beheer.

Bij het inrichten van nestlocaties is het van groot belang dat de afstand tussen de nestlocaties en een bloemrijke vegetatie niet al te groot is. De meeste inheemse bijen vliegen immers niet zo ver. Ten aanzien van de bestuivingsefficiëntie is het zo dat hoe kleiner de afstand tussen de bijennesten bij de te bestuiven gewassen is, hoe beter de bestuiving door deze bijen zal zijn. Goede nestlocaties zijn droog, hebben weinig vegetatie en liggen op een zonnige plaats.

Er zijn verschillende typen nestplekken:

  1. Open of half open grond op tamelijk vlakliggende bodem
  2. Steilwand, bv. in sloot of dijktalud
  3. Nestheuvel

1. Open vlakliggende grond

Een open of half open vegetatie is te verkrijgen door periodiek te maaien en hooien, zonder dat de vegetatie bemest wordt. De vegetatie wordt dan geleidelijk opener met meer bloemplanten erin. Het beste werkt dat op niet te voedselrijke grond, zoals zand of lichte zavel. Wanneer er een voedselrijke teeltlaag op een voedselarmere laag ligt is een dergelijke situatie ook te bereiken door de toplaag af te plaggen. Vaak ontstaan deze plekken onbedoeld bij het aanleggen van poelen ed. Op veel plekken in het landschap zijn nog zulke plekken aanwezig. Het is van belang deze plekken te herkennen en te beschermen.

Nestgelegenheid

2. Steilwand

Vroeger werden bijna alle dijken begraasd. Koeien en paarden maakten looppaadjes op dijken, waarbij er altijd ook kleine steilwandjes ontstonden. Bermen werden gehooid, waardoor ook op de taluds een bloemrijke half open vegetatie aanwezig was. Beiden zijn in Zeeland grotendeels verloren gegaan. Steilwanden zijn echter eenvoudig te creëren, door taluds handmatig af te steken.  Dat hoeft niet altijd over grote oppervlaktes. Bv een hoogte van 40 cm en een lengte van 1 meter kan al een goede plek voor honderden bijen zijn.

Nestgelegenheid2

3. Nestheuvel

Een nestheuvel is eenvoudig te maken door een hoop grond op een zonbeschenen plek neer te leggen. Gebruik hiervoor  zavel  of zavel gemend met zand. Dat heeft drie voordelen. In de eerste plaats graven de bijen liever in zavel dan in klei. In de tweede plaats raken zandheuvels minder snel begroeid dan voedselrijkere grondsoorten.  En in de derde plaats kan op zand of lichte zavel zich makkelijker een bloemrijke vegetatie ontwikkelen dan op klei. Dan wordt het ook nog een heel mooi element. Zorg ervoor dat de nestheuvel dik (verticaal gezien) genoeg is. Want als de zavel op een voedselrijkere bodem ligt, kunnen bij een te dunne laag de ruigere groeiers makkelijk vanuit het voedselrijkere klei door de zandlaag heen groeien. 60 cm is dan de minimale dikte. Als er op het erf, in de boomgaard of in de tuin voldoende ruimte is dan kan de plek een paar m2 groot kan zijn. Als de grond tamelijk stevig is kan aan de zuidzijde ook een steilkant worden gemaakt. Het is dan wel belangrijk dat de grond zich eerst even heeft “gezet”. Dat kan enkele maanden tot een jaar duren. Wanneer de grond niet gezet is stort het veel sneller weer in.

De meeste nestheuvels kunnen tot een jaar of tien functioneel zijn, afhankelijk van de grondslag en het beheer. Omdat een nestheuvel  minder stabiel is dan een steilwand en horizontale nestplekken, wordt aanbevolen om alleen een nestheuvel te maken als er geen mogelijkheden zijn voor andre nestplekken.

nestheuvel

Aanbevelingen:

  • Laat de nestplek zo veel mogelijk onberoerd, ploegen vernietigt nesten
  • Als het niet anders kan, bewerk dan de nestplek zo oppervlakkig mogelijk , bv oppervlakkig schoffelen
  • Voorkom overstroming van de nestplekken
  • Voorkom overrijden van de nestplekken met machines
  • Voorkom intensieve begrazing, met name in de vliegperiode
  • Laat er ook geen honden over rennen, zet er desnoods even een draadje rond
  • Gebruik geen bestrijdingsmiddelen op de nestplekken
  • Bedek de nestplekken niet met een laag mulch, houtsnippers oid.
nestgelegenheid4

Beheer

Als er teveel planten op gaan groeien, raakt nestplek in onbruik. Door de dichte vegetatie valt er geen zonlicht meer op de bodem , waardoor deze kouder en vochtiger wordt. Bovendien is het onhandig voor de bijen om eerst een heel stuk door de vegetatie te moeten kruipen alvorens de nestjes te kunnen gebruiken. Periodiek uittrekken van de ruige groeiers is dus gewenst. Een wat ijlere begroeiing is zeker geen bezwaar.

Wanneer de vegetatie al heel stevig geworteld is, meestal ontstaan zo’n situatie na 2 a 3 jaar, is periodiek maaien en afvoeren een goed beheer. Een goed tijdstip is dan de herfst, wanneer er geen bijen meer actief zijn.  Eventueel kan ook vroeg in het voorjaar, als er nog geen zandbijen vliegen. Een mogelijkheid is ook op het moment dat de voorjaarsbijen uitgevlogen zijn en de zomersoorten nog op gang moeten komen. Dat is dan wel heel precies uitmikken! Na verloop van jaren, en afhankelijk van de omstandigheden raakt zo’n nestheuvel “uitgewerkt”. Er kan dan een nieuwe gemaakt worden, of de hoop kan een keer worden omgezet.

nestgelegenheid5

Aanleg nestheuvel, praktisch

Locatie
Op een zonnige, liefst droge plek

Materiaal
zavel of een mix van zavel en zand, 2 m3 grond volstaat

Vormgeving
Maak een wat langgerekte heuvel , liefst in west oost richting, zodat er een lang zuid talud is.

In midden minimaal 60 cm, maximaal 80 cm hoog. Als het stevig materiaal is kan na enkele maanden aan de zuidzijde een steilkantje gemaakt worden. De overige kanten niet te steil, zodat het niet te snel erodeert.

Afwerking
Druk het wat aan zodat het stevig ligt