Door: Joan van der Velden en Lucien Calle, SLZ

In de politiek en media wordt momenteel veel aandacht besteed aan biodiversiteit. Biodiversiteit is de verscheidenheid (diversiteit) van al het leven (bio) in een bepaald gebied, waarbij je naast het aantal soorten ook kijkt naar de verhouding van de aantallen van die soorten. Binnen natuurgebieden is de doelstelling voor biodiversiteit veelal eenduidig. De insteek is vooral om inheemse soorten die thuishoren in een bepaald type natuur zoveel mogelijk te ontwikkelen en behouden. De subsidiering van natuurgebieden is hierop ook gebaseerd. In de stadsnatuur zie je een trend dat meer waardering ontstaat voor soorten (inheems of uitheems) die zich aan kunnen passen aan het leven in de stad. De mogelijk concurrentie tussen inheemse en uitheemse soorten wordt er minder als probleem gezien en de uitheemse soorten worden door sommigen zelfs gezien als verrijking van de biodiversiteit. Maar hoe zit het met het cultuurlandschap? Dit cultuurlandschap ligt geografisch, maar ook wat betreft de insteek voor biodiversiteit tussen de stad en de begrensde natuur in. Is het, zonder de discussie over de noodzaak van het verbeteren van de biodiversiteit (in ruime zin) in twijfel te trekken, niet goed om een specifiek plan voor het cultuurlandschap op te stellen?

Beleidsdoelen

Het cultuurlandschap van Zeeland omvat een groot areaal dat een bijdrage kan leveren aan de biodiversiteit zoals agrarisch landschap, wateren en oevers, tuinen en erven, recreatieterreinen, industrieterreinen, infrastructuur en cultuurhistorische elementen. Duidelijke beleidsdoelen voor de diversiteit ontbreken. Tot nu toe is biodiversiteit vooral gestimuleerd door subsidies op agrarisch en particulier natuurbeheer en de aanleg van verbindingen tussen natuurgebieden. Het wordt echter steeds meer duidelijk dat de beleidsdoelen voor het verbeteren van de biodiversiteit niet enkel gehaald kunnen worden met de natuurgebieden alleen en dat het verbeteren van de biodiversiteit van het cultuurlandschap noodzakelijk is.

Inheemse soorten

Voor het vergroten van de biodiversiteit van het cultuurlandschap moet je verder gaan dan de  methodiek voor natuurgebieden te kopiëren. Het cultuurlandschap heeft een ander karakter, kent een integratie van gebruiksfuncties en kan je mogelijk anders beoordelen dan enkel naar soorten. In het cultuurlandschap hebben zich tal van rassen ontwikkeld met een unieke DNA-samenstelling zoals rassen van hoogstamfruit en koeien.  Het stimuleren van beplanting van inheemse soorten op erven en in tuinen van buitenhuizen zou een aanzienlijke winst op kunnen leveren. In het cultuurlandschap is biomassaliteit van groot belang. Tenslotte is het van belang om op korte termijn een gebied dekkende kwalitatieve en kwantitatieve monitoring voor het cultuurlandschap op te zetten.

Dit artikel is afkomstig uit ons kwartaalblad (Nr. 1 Lente 2020).