Zo’n 30 000 hectare van de Nederlandse tuinen is betegeld. Dit staat gelijk aan 40% van het Nederlandse tuin oppervlakte. Hoewel zo’n tuin eenvoudig te onderhouden is, zullen egels, vlinders of huismussen jouw tuin overslaan. Wil jij meer leven in je tuin? Lees hier dan een aantal tips:

Huismus

Je maakt niemand blij met een dode mus

Veel vogelsoorten gaan hard achteruit. Zo is het aantal huismussen sinds de jaren ’80 gehalveerd. Om de vogels te helpen zou je een aantal dingen kunnen doen. Zorg ervoor dat er voldoende broed- en schuilgelegenheid is. Zo broeden roodborstjes en heggenmussen graag in (doornige) struiken. Plant bijvoorbeeld meidoorns aan, of kies voor een Zeeuwse haag. Je zou vogels ook kunnen helpen door verschillende nestkasten op te hangen. Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende voedsel in jouw tuin aanwezig is. Kies allerlei verschillende planten, die bloeien in verschillende jaargetijden. De bloemen lokken allerlei insecten (die vogels weer eten). Terwijl pluis en uitgebloeide bloemen nestmateriaal en zaden bieden. Tot slot is het belangrijk om water in je tuin te hebben. Denk bijvoorbeeld aan een vijver met een ondiep gedeelte, of plaats een waterschaal.

huismus

Alle kleine beestjes helpen

Ook het aantal insecten holt flink achteruit; volgens Nederlands onderzoek is het aantal insecten sinds de afgelopen 27 jaar met twee derde afgenomen. Insecten zijn niet alleen belangrijk voor ons voedsel dankzij bestuiving, maar ze vormen een belangrijke voedselbron voor ontzettend veel soorten. Je kunt de insectenstand in jouw tuin verhogen door meer soorten aan te planten waar insecten dol op zijn. Denk aan: vogelwikke, koninginnekruid, heelblaadjes, watermunt, wilde marjolein of wilde peen. Ook zou je insecten kunnen helpen door een insectenhotel op te hangen of een bijenheuvel aan te leggen.

Koninginnenpage

Je kunt er beter gras over laten groeien

Een stukje gras in de tuin doet wonderen. Voor merels, spreeuwen of spechten is een stukje gazon de perfecte plek om eten te vinden. Ze pakken graag de emelten, wormen of mieren die in je gazon leven. Je gazon hoeft echt niet groener te zijn dan bij de buren, want juist door soorten als klavers, gewone brunel of paardenbloemen de ruimte te geven, hebben insecten ook meer plekken waar ze nectar kunnen verzamelen. Bemest dan ook niet (te veel) en laat chemische bestrijdingsmiddelen achterwege.

Paardenbloem

Let niet op de rommel

Steeds meer tuinen zijn keurig aangeharkt. Egels houden graag een winterslaap in winternest. Dit nest is gemaakt van doge bladeren. Laat de afgevallen bladeren dus lekker liggen. Takkenrillen zijn ideaal om je snoeihout in te verwerken, bovendien bieden ze nest- en schuilgelegenheid voor allerlei vogeltjes. Tot slot kun je met stenen of dakpannen een muurtje maken. In de kiertjes kunnen bijvoorbeeld lieveheersbeestjes of kleine watersalamanders overwinteren.

houtril