Wie bij de veerhaven van Anna Jacobapolder de Sluisweg inslaat en deze ruim 1,5 km volgt in noordoostelijke richting, bevindt zich bijna op een zeer bijzondere locatie. Je moet nu alleen de dijk nog over om oog in oog te staan met een van de weinige buitendijkse hollestellen van Nederland.

Ooit kwamen dergelijke hollestellen overal verspreid in het Zeeuwse getijdenlandschap voor. Hollestellen werden aangelegd op schorren. Er zijn in het Zeeuwse Deltagebied veel ‘stellen’ geweest. Op oude kaarten zijn deze op voormalige schorgebieden terug te vinden. De oudste vermelding dateert van 1356.

hollestelle, foto marcel klootwijk

Wat is een hollestelle?

De naam hollestelle wil eigenlijk zeggen een holle stelle of stelberg. Deze stelbergen waren kunstmatig opgehoogde vluchtplaatsen die dateren uit de tijd van de vroege Middeleeuwen, toen nog geen van de schorren in dit gebied bedijkt waren. De naam stelberg komt van het woord stellenaar, dat was de vroegere naam voor schaapsherder. De stelbergen dienden ervoor dat de schaapsherders met de schapen bij hoge waterstanden een toevlucht hadden. Er werd boven in de berg een drinkput gegraven waarin regenwater bleef staan, zo beschikte men over drinkwater voor de schapen. Rond deze drinkput ligt een omwalling om het zoute zeewater buiten te houden.

Buurt-stelbergen

De hollestelle bij Anna Jacobapolder wordt al in ca. 1673 op kaarten genoemd, maar men vermoedt dat de stelberg dateert uit de zestiende eeuw. Bij de bedijking van de Anna Jacobapolder bleef alleen langs de noordzijde, tegen het Slaak een stukje schor vrij van bedijking. Juist hier, aan de rand van de Rumoirt schorren, lag één van de holle stellen: de Bruinisser stelberg. Overigens lagen twee andere stelbergen ook op de Rumoirt schorren, waarvan de Fliplandse Stelberg gelegen was ten noorden van de boerderij ’t Hof Rumoirt en de andere, de Zijpsche Stelberg in de zuidwesthoek van de Anna Jacobapolder.

Bijzonder

Het bijzondere van deze enige op de Rumoirt schorren overgebleven buitendijkse Hollestelle is dat hij zoet water heeft, waarvan de kwaliteit van het water niet onder doet of zelfs beter is dan de kwaliteit van kraanwater. In deze hollestelle groeien dan ook zoetwaterplanten.

Door: Bram Wisse, lid van de Heemkundekring Philippuslandt

Dit artikel is afkomstig uit het kwartaalblad van Landschapsbeheer Zeeland (Nr. 4 Winter 2019)